"Bouwafval heeft waarde en de opbrengst moet terug naar huurders"
Op 15 november gaf Woonbedrijf een uitdagende opdracht aan 32 Fontys-studenten die de minor Circulaire Economie volgen: bedenk oplossingen voor het materiaal dat vrijkomt bij reparatie of vervanging van sanitair in huurwoningen. In groepen bedachten de studenten duurzame oplossingen die ook de huurder iets opleveren. Woonbedrijf is blij met de ideeën van de studenten.

Circulaire alternatieven
Elk jaar repareert of vervangt Woonbedrijf in ongeveer 1.200 woningen keukens, toiletten en badkamers. Hieruit komt veel materiaal vrij, zoals kranen, toiletpotten en tegels. Tot een aantal jaar geleden werden deze grondstoffen weggegooid. Maar sinds 2012 zet Woonbedrijf in op circulair werken. Materialen worden zo veel mogelijk worden hergebruikt, upcyclet en downcyclet.

"Naar huurders toe is duurzaamheid nog een lastig verhaal. Ze lopen er niet echt warm voor, tenzij het leidt tot een lagere maandhuur," vertelt Rob Bogaarts, programmamanager Duurzaamheid bij Woonbedrijf.

Daarom is de opdracht voor de studenten: breng in beeld hoeveel sanitair Woonbedrijf vervangt, wat hiervan de waarde is en bedenk hiervoor circulaire alternatieven.

Refurbishen en huurders belonen
Het ‘ouderwetse’ klussen in de woning zal plaats gaan maken voor ‘refurbishen’ in sociale werkplaatsen. "Een kapotte kraan hoeft niet per se te worden gerepareerd door een vakman. Bewoners kunnen met een beetje hulp van instructiefilmpjes best zelf aan de slag. Dat scheelt dure manuren, ritjes naar de huurders en het leidt tot méér klanttevredenheid", aldus een van de studenten.

De presentatie van studenten Patrick Greves, Mark Valkenburg, Diederik Paes, Koen van Ruth en Jean-Louis Schrauwen was het meest overtuigend. Zij kwamen met het idee van een beloningssysteem voor huurders.

"Wie zuinig omgaat met z’n keuken, badkamer of toilet, hoeft sowieso niets te vervangen. Dus geen kapotte materialen, geen vakman die moet voorrijden, geen vervangingskosten." Of de beloning bijvoorbeeld een huurverlaging kan zijn, daar laat Bogaarts zich niet over uit. "Maar het idee is zeker interessant."