Grote kans dat je bij ‘renovatie’ meteen aan technische zaken van een huis denkt. Zoals isolatie, dubbel glas of een nieuwe keuken. En aan wat je te wachten staat als bewoner. Maar wist je dat bepaalde dieren ook een belangrijke rol spelen in zo’n traject? Sterker nog: een nestje huismussen onder het dak kan voor maanden vertraging zorgen in de planning.

Met veel planten- en diersoorten in Nederland gaat het niet zo goed. Daarom heeft de overheid een wet gemaakt om Nederlandse natuurgebieden en planten- en dierensoorten te beschermen. Ook in de stad komen beschermde dieren en planten voor. De belangrijkste soorten die in de stad voorkomen en het moeilijk hebben, zijn de huismus, vleermuis en gierzwaluw.

Nestjes in de spouw

Deze dieren nestelen zich vooral in de spouw, zoals vleermuizen. De huismus zit vaak onder een dakpan. Dit gebeurt vooral bij oudere huizen die niet (goed) geïsoleerd zijn. Sommige diersoorten hebben zelfs verschillende soorten nesten. Zo hebben vleermuizen naast een gewoon verblijf ook een kraam- of winterverblijf. Een kraamverblijf is een grotere ruimte in de spouw waar de vrouwtjes hun jongen krijgen en grootbrengen.

Omgevingsvergunning

Bij onderhoud, renovatie en/of verduurzaming van woningen hebben we te maken met de bescherming van dieren. Zeker als we aan de gevels en/of het dak van woningen werken. Dit werk stoort de dieren die er zitten.

Onderzoek naar dieren

Daarom moeten we vooraf onderzoeken welke soort dieren er ’wonen’. Dit doen we 1 tot 2 jaar voordat de werkzaamheden starten. Zo krijgen we alle seizoenen mee. Een ecoloog onderzoekt welke dieren er leven door regelmatig langs de woningen te fietsen en goed te kijken en luisteren.

Dieren niet verstoren

Ook moeten we voor werkzaamheden een omgevingsvergunning aanvragen én krijgen. We dienen bij de Omgevingsdienst van de provincie een plan in. We moeten maatregelen nemen die de diersoorten beschermen en zo min mogelijk verstoren. Doen wij dit in het plan volgens de regels? Dan krijgen we een vergunning om de werkzaamheden volgens dit plan uit te voeren.

Natuurvrij maken

Als we een omgevingsvergunning hebben, moeten we zorgen dat er geen dieren meer in de woningen zitten of komen. Zit er bijvoorbeeld een vleermuis in de spouw, via een lege voeg? Dan kunnen we daar een lapje op aanbrengen. Zo kan de vleermuis nog wel naar buiten, maar niet meer naar binnen. Na verloop van tijd mag je verwachten dat er zo geen dieren meer in een woning zitten. Dat noemen we natuurvrij. De ecoloog controleert dat. Zijn de te renoveren woningen natuurvrij? Dan mogen we beginnen met de werkzaamheden.


Uitstel van renovatie door huismussen

Maar… de natuur is niet altijd te controleren. Bij een renovatie in Jagershoef waren de woningen natuurvrij gemaakt. Maar op het laatste moment, in het broedseizoen, bleken er tóch nog huismussen te zitten. In woningen in meerdere blokken. De renovatie hier zou in april starten. Maar hierdoor moesten we het werk aan deze woningen opschuiven naar september. Dat kan vervelend zijn voor de bewoners, die zich misschien al hadden voorbereid op deze planning.

Een basiswerkwijze

We gebruiken vaak een basiswerkwijze in het plaatsen van dierenverblijven. Denk aan een bepaald aantal verblijven voor elke diersoort per zoveel woningen. Hiervoor zijn standaard oplossingen gemaakt. Die kun je inmetselen of inbouwen in de gevel of onder het dak. Wél moeten we nog kijken naar maatwerkoplossingen. Die zijn nodig als er bijvoorbeeld een winterverblijf of kraamverblijf van vleermuizen wordt gevonden.

Controleren na renovatie

Bij sommige projecten moeten we het 1e, 3e en 5e jaar na de renovatie weer controleren. Of de voorzieningen voor de dieren goed worden gebruikt. De hoeveelheid dieren moet hetzelfde of meer zijn dan vóór de renovatie. Maar ook hierin is de natuur niet te sturen. Zo controleerden we na 1 jaar de voorzieningen aan de Schildstraat. En… veel gierzwaluwnesten waren gekraakt door huismussen. Dat kan gebeuren als een opening net wat groter is dan normaal. Nu nog best grappig en geen probleem. Maar als dat na het 5e jaar nog zo is, moeten we maatregelen nemen. Denk aan meer plekjes maken voor zwaluwen.